Selecteer een pagina

Dat je blinde vlekken voor je eigen tekst krijgt werd mij pas echt duidelijk toen ik een redacteur vroeg om mijn tekst na te kijken.

Hedwig van Lier had mij geholpen met het schrijven van het boek. Daarna had ik de losse verhalen samengevoegd en zelf het hele boek weer gelezen. Twee vrienden waren mijn proeflezers. Van hen kreeg ik waardevolle feedback van allerlei aard, dat ik uiteraard verwerkt heb. Allerlei typefoutjes en andere onvolkomenheden zijn er toen uitgehaald. Daarna heb ik het boek nog een keer gelezen. Het zou dan toch aardig goed moeten zijn, zou je denken.

Ik was er al voor gewaarschuwd hoeveel verbeteringen een professioneel redacteur zou aanbrengen. Het waren niet altijd harde taalfouten die werden gecorrigeerd, maar ook onlogica in het verhaal, herhalingen van woorden en niet lekker lopende zinnen. Tjonge wat knapt de tekst van zo’n redactieronde op. Léon Blickman heeft uitstekend werk gedaan.

Je gebruikt één woord wel heel vaak, kreeg ik als voorbeeld van Léon te horen.  Even nakijken en oeps hij had gelijk. 233 keer het woord ‘terwijl’ Op zich is het een gangbaar Nederlands woord, absoluut niet fout en vaak ook uitstekend bruikbaar, maar dit was misschien toch wat teveel van het goede op een tekst van 90.000 woorden. Ik heb er een kleine honderd van geschrapt. Léon heeft de aangepaste tekst weer nagekeken om te voorkomen dat er nieuwe fouten ontstonden. Gelukkig viel dat wel mee.

Ik denk dat een boek nooit helemaal foutloos wordt, maar na elke ronde werd het wel beter. De tekst zou in ieder geval nu goed genoeg moeten zijn. Op naar de drukfase! Ik ben in overleg met een drukkerij. De proefdrukken zien er veelbelovend uit.